Weersverwachting
Jenny Offill (1968) was, naar eigen zeggen tot de aanvang van dit boek iemand die helemaal niet met het klimaat bezig was.
Ze raakte geïnteresseerd in de vraag waarom het klimaat haar niet interesseerde.
Ze begreep niet waarom ze zich intellectueel heel goed bewust was van wat er rondom ons aan het gebeuren is, maar toch emotioneel geen betrokkenheid voelde. Omdat klimaatverhalen heel vaak dystopisch zijn, en overdreven aanvoelen, wilde ze het anders doen.
Ze schrijft al twintig jaar, waaronder 4 kinderboeken, dit is haar derde literaire roman. Dit boek staat op de longlist van de Women's Prize 2020.
Het boek is een allegaartje aan indrukken, anekdoten en weetjes in heel veel korte alinea’s. Sommige ervan zijn tijdloos, in andere maakt de tijd een sprongetje en bevinden we ons verder in het verhaal. Het doet denken aan een ongedateerd dagboek waarin elke dag willekeurige gedachten worden beschreven. Lizzie schrijft het dagboek voor zichzelf en hoeft de fragmenten niet in te leiden.
Vragen en antwoorden die omkaderd tussen de tekst verspreid staan, stellen de e-mails voor die Lizzie afhandelt. Het meeste van dit alles gaat helemaal niet over het klimaat, wat aanvankelijk toch een van de hoofdthema’s van dit boek scheen te zijn. Offill kan of wil niet kiezen voor één uitgesproken hoofd-thema en heeft elke gedachte van Lizzie aan het papier toevertrouwd, of ze nu relevant is of niet. Het begint op een bepaalde dag in Lizzies leven, en eindigt ook abrupt ergens op een andere dag. Het hoofdpersonage is niet noemenswaardig geëvolueerd en het verhaal leidt niet tot een bepaalde conclusie.
Door dit soort van losse dag-aantekeningen krijg je direct een intieme inkijk in het leven en het hoofd van Lizzie, de bibliothecaresse. Je leeft je direct in haar in. In haar en haar man en zoon, haar (ex-)verslaafde broer, de man op de bus, haar voormalige promotor.
De verteller, een veertigjarige bibliotheekmedewerkster in New York, moeder van een tienjarige zoon en echtgenoot van een stabiele historicus, zorgt voor het welzijn van iedereen in haar nabije omgeving, maar vergeet zichzelf. Het leven is niet helemaal wat het ooit beloofde te worden – vooral vanwege de zorg om haar verslaafde broer – en de toekomst lijkt nog somberder. Het klimaat is niet één van haar zorgen. Ze is geen klimaatontkenner, maar is er gewoon niet mee bezig. Dan vraagt haar promotor en vriendin Sylvia, die klimaatwetenschapper is, of ze wil helpen met het beantwoorden van e-mails die ze ontvangt als reactie op haar steeds populairder wordende podcasts. Vele mails komen van gestoorde zielen, waarschuwt Sylvia haar, maar de angsten voor de klimaatproblematiek die ze te lezen krijgt, zetten haar aan het denken aangaande haar eigen leven.
De toon is niet overheersend somber. Er is eveneens veel humor en warmte. Kleine voorvallen, de omgang met andere moeders op het schoolplein, de manier waarop ze aan geld probeert te komen voor het dure leven in New York, de e-mails die ze betalend beantwoordt voor een schrijfster die waarschuwt voor de ondergang.
"Weersverwachting" is na "Verbroken beloftes" het tweede boek dat ik van Offill las.
Ik ben er nu van overtuigd dat je of fan ben van haar schrijfstijl of helemaal niet.
Ook "Weersverwachting" zorgt ervoor dat je vaak een leespauze inlast om na te denken over een leesfragment.
Haar stijl is uniek; ze schrijft kort en bondig, zonder al te veel sentiment maar toch heel raak, beschrijvend, aangrijpend en gevoelig.
De achterflap spreekt van pointillistisch. De ‘punten’ bestaan uit tekstblokjes, gescheiden door een witregel: beschrijvingen, dialogen, citaten en e-mails. Meerdere van die blokjes per pagina. Het bindmiddel waarmee andere schrijvers de essenties aan elkaar plakken, laat Offill achterwege.
Auteur: Jenny Offill
Uitgever: de Geus
- Nederlands
- Paperback
- 9789044543377
- Druk: 1
- februari 2020
- 240 pagina's
Synopsis
Een jonge vrouw combineert werken in de universiteitsbibliotheek met haar gezin, helpt haar afgekickte broer en gaat bijklussen bij haar vroegere promotor die haar onderdompelt in de klimaatproblematiek.