Een verhaal in een unieke stijl... Eentje voor wie van puzzelen houdt...
Honingeter is het debuut van Tülin Erkan (1988) en verscheen in 2021.
Het boek van 207 p. beslaat vier delen (Topos, Seismos, Departures, Telos) waarvan het derde ongeveer twee vijfde van het boek inneemt. De hoofdstukjes binnen die delen tellen gemiddeld zo’n twee pagina’s, wat het lezen wel erg vlot maakt.
Het verhaal speelt zich af op een luchthaven en komt traag op gang. Het is geschreven vanuit de eerste persoon die dan ook nog eens van personage wisselt, wat je pas doorhebt rond p. 72. Het is ook pas halverwege het boek (p. 100) dat je snapt dat dit verhaal draait rond een drugshond en drie hoofdpersonages: Omer de beveiligingsagent, Sibel, een vrouw die bewust draalt om haar vliegtuig te halen en Wernicke die zich voordoet als piloot maar waar duidelijk iets aan scheelt. Elk heeft zijn eigen problemen en lijkt doelloos rond te dwalen of te hangen. Het boek beschrijft een vreemd kluwen van observeren en bekeken worden (videoschermen !), van een zoektocht -vol taal- en communicatieproblemen- naar zichzelf, naar een identiteit, naar de ander, naar een weg uit de eenzaamheid, naar een zielsverwant, naar een doel, een bestemming, een plaats in de onophoudelijk drukke wereld die het leven is, zelfs in een besloten luchthaven als die van Istanboel.
Het wisselen van het vertelstandpunt maakt dat het boek initieel erg verwarrend is en overkomt als een serie nano-verhaaltjes waarvan je niet goed weet of je te maken hebt met de realiteit, een droom, een portie fantasie, een hallucinatie, een flash back/forward. Ze lijken allemaal in en door elkaar te lopen. Ook al haken In de tweede helft van het boek de verschillende verhaallijnen hoe langer hoe meer in elkaar, toch blijft het geheel wat onwerkelijk en vergezocht aandoen. Hier en daar zitten er naar mijn aanvoelen wel wat autobiografische elementen in verwerkt (bv. de vader dochter-relatie / de Turkse en Belgische roots en taalproblemen/ de herinneringen aan de Turkse grootouders, rituelen, geuren/ de familiebezoeken, de vliegtuigreizen naar Turkije).
Het leven in de luchthaven wordt in het lang en breed geobserveerd en neergeschreven; de metaforen die de auteur gebruikt zijn mooi maar iets te talrijk en langdradig (het Turkse fruit, de sneeuwstorm..); ook de muziek van Jacques Brel ‘Ne me quitte pas’ krijgt enkele keren een prominente plek. Naar de titel ‘Honingeter’ wordt op enkele plaatsen en in een verschillende betekenis in het verhaal verwezen (p. 69, 113, 159). Waarom er precies voor de Griekse woorden topos (plaats), seismos (schudding), telos (doel) in dit Turks-Belgische verhaal is gekozen, is me nog niet duidelijk. Dat Sibel uiteindelijk toch op het vliegtuig richting Brussel stapt, wijst misschien wel op een keuze die het personage (en de auteur?) uiteindelijk gemaakt heeft?
Een ding is duidelijk: dit verhaal is er een dat niet in hapklare brokken wordt opgediend en ongetwijfeld nog andere, onuitgesproken bedoelingen of boodschappen bevat.
Het is een verhaal in een unieke stijl, eentje voor wie van puzzelen houdt! 😊
Benieuwd naar wat Erkan’s volgende boek brengt...
Synopsis
Sibel wacht in de luchthaven van Istanboel. Elke dag opnieuw mist ze haar vlucht naar Brussel. Een zieke piloot, een zonderlinge veiligheidsagent en een drugshond vergezellen haar op haar dwaaltocht.