Lyrische poëzie
Een half jaar geleden bereikte mij een pakje waarin een kleine schat verborgen zat: ‘Neem ruim zei de zee’. Het was een dichtbundel van de Iraans-Nederlandse dichteres Sholeh Rezazadeh.
De titel van de bundel voerde me meteen mee naar het oneindige water. Op p.37 vond ik die terug tussen “golven die gaan, golven die zwijgen”; deze poëtische titel komt vooral in het tweede deel van het gedicht helemaal tot zijn recht:
neem ruim zei de zee
haar natte armen wijd open
als het leven voorbij is
dan heb je ons oude zwijgen
onze zelfdruppels met mysterieuze zeewaarheden
die in het kloppende hart van elke golf
kloppen
tegen de borst van de strandrots
Het tekent meteen de poëzie van de auteur die de zee, maar in andere gedichten ook de natuur in het algemeen, en de mens vloeibaar dooreen laat lopen als lagen zij in elkaars verlengde, zoals in dit veelzeggende kleinood:
een boom ben ik
mijn arm verlangt
mijn wortel verdiept
niet naar een blad dat een veer wordt
maar hoop die vervliegt
elk nieuw blad verzwaart me
elke nieuwe tak verlamt me verder
Het taalgebruik van Rezazadeh is lyrisch. Het is een verademing om te mogen onderduiken in een zee van woorden: de geliefde maar ook de geliefde zee, de rivieren en de bergen komen erin aan bod.
pak mijn hand en plant een ster in je hart
laat de zee in je blik golven
zonder het koude zand dat in je dromen prikt
…
Het Nederlands van deze dichteres draagt de duidelijke signatuur van de Iraanse poëzie: haast vertellend, met een overvloed aan beeldspraak die toch zeer herkenbaar is.
Alle gedichten zijn titelloos, het is alsof ze , vooral in de lange gedichten, een poëtisch gesprek voert met zichzelf, de ander en de natuur. Vele thema’s komen aan bod, enkele drijven boven: het zoeken naar geborgenheid, contact met de geliefde en de geliefde andere, gemis, vertrekken of blijven, het nomadische…
waar ga je naartoe
mijn naïeve reiziger?
weet je dan niet
dat eenzaamheid
in iedere koffer zit?
met alle enkele reisjes
ga je niet bij jezelf weg
alle tranen die je in je
mouw verbergt
zullen vallen
voor het oog van de zon
ze blijven niet
dat kunnen ze niet
Dit lange gesprek is ook zichtbaar in de vormgeving waarin titels noch hoofdletters een rol spelen. Misschien is het een bewuste keuze, maar bij mij komt het over alsof er weinig aandacht is voor vormgeving: een minpuntje. Deze haastige layout staat haaks op de langzame woordkeuze en weelderige beelden in haar geschreven taal. Uitzondering hierop is de sprekende tekening van een golf op de kaft dat me sterk doet denken aan de houtsnede ‘De grote golf’ van de Japanse kunstenaar Hokusai.
Deze bundel is bijzonder aan te bevelen voor wie in kille tijden bij hartverwarmende lyrische poëzie wil verpozen.
Synopsis
Dichtbundel waarin de natuur als personage wordt opgevoerd, dat ziet, voelt, liefheeft en vergeet, en de mens een feilbaar wezen is dat wanhopig zoekt naar liefde en verbinding.