De twijfels van een generatie. Een interview met Elisabeth Vincke.
Elisabeth Vincke geeft les in Heverlee, Engels en Nederlands aan de derde graad. Als kind schreef ze al, en dat is ze blijven doen. Nu is het er haar eerste boek: Een Man op Maat (Uitgeverij Houtekiet, met een opvallende cover), een analyse van haar eigen generatie en hun problemen met relaties en identiteit. “Mijn uitgangspunt was: gaat iemand zich omvormen tot wat in boeken beschreven wordt als de ideale mannelijke partner voor vrouwen, met het risico dat hij zijn eigenheid verliest? Toen ik daarover nadacht, wist ik dat ik het boek vanuit het standpunt van een man moest schrijven. Ik had het gevoel dat het standpunt van een vrouw al te vaak beschreven was. Het boek moest ook op verschillende niveau’s gelezen kunnen worden. Zelfs voor mijn leerlingen moest het aantrekkelijk zijn.”
Een Man op Maatbeschrijft de twijfels en ongemakken van de generatie van dertiger, jonge dertigers vooral, die na hun studies in het leven van baan en gezin stappen. Of precies niet, wat dat laatste betreft. Meer dan ooit is de overgang in die periode vandaag moeilijk. “Tijdens de universiteit of de hogeschool houden die jonge mensen nog gelijke tred met hun vrienden en leeftijdgenoten. Maar daarna splitsen de paden zich,” vertelt de auteur, aan een tafeltje in het STUK-café. “Sommige studeren verder, anderen stichten een gezin en hebben kinderen, en de levens groeien uit elkaar. Je verliest de gemeenschappelijke band, en het blijkt ook moeilijker om vriendschappen te onderhouden. Tegelijk is het ook niet voor de hand liggend nieuwe mensen te leren kennen, niet met diezelfde intensiteit van de oude vriendschappen. Maar dat fenomeen is van alle generaties, want ik zie het ook bij vijftigers en zestigers, zeker bij diegenen die alleen komen te staan.”
En wanneer je dan geen partner hebt, zoals het hoofdpersonage van haar roman, ga je daarnaar op zoek. “Hij is op zoek. Hij beseft dat hij zal moeten veranderen, wil hij de voor hem geschikte partner vinden. Maar in hoeverre zal hij dat doen? Zoals zovelen probeert hij datingsites. Echt een schitterende oplossing is dat niet, omdat de dynamiek er erg vluchtig is, en alles er snel moet gaan. Je wordt in een situatie gegooid waar je terstond moet beslissen: is deze ene persoon nu wel of niet een geschikte partner voor mij? Lukt dat niet meteen, en de klik is er niet, dan is er geen tweede kans. Het is als een selectieprocedure voor een baan. Geen kwestie van herkansing, of om gewoon daarna vrienden te blijven.”
En dat zorgt voor stress. “Die stress begint al bij het bekijken van de foto, van het tekstje. Dan volgt er misschien contact via chat, maar al bij al is er geen spontane interactie, er is nauwelijks plaats voor verrassing. Alleszins veel minder dan wanneer je iemand per toeval en in het echte leven ontmoet. In dat echte leven is er vaak meer ruimte om iemand te leren kennen, en er worden aan die ontmoetingen ook niet meteen verwachtingen gekoppeld. Met datingsites of gelijkaardige liggen de normen erg hoog, en je voelt je verplicht om meteen de ideale partner te vinden. De beslissingen moeten snel genomen worden. Voor sommigen neemt daten een serieus deel van hun vrije tijd in beslag. Ik heb het voor het boek zelf ook gedaan, en ik hoor het van vrienden: de druk is groot, de beslissing moet meteen komen.”
Vraag is, waarom eigenlijk? Vanwaar die haast, die drang? “Omdat sommige dertigers naar hun leeftijdgenoten kijken en beseffen dat zij nog géén gezin hebben. Het is alsof op die leeftijd alles al had moeten gebeurd zijn: vaste baan, eigen huis, eigen gezin. Bij diegenen die dat allemaal hebben, is die druk dan ook weggevallen. Als je echter blijft rondwandelen in de kring van je voormalige studiegenoten, ken je iedereen al, en de relaties tussen elkaar liggen vast. Maar buiten die kring treden, dat wordt gaandeweg moeilijker. Tijdens de studiejaren beweeg je je makkelijk tussen vrienden, er worden feestjes gebouwd en samen gegeten. Maar daarna staat iedereen op zichzelf. Diegenen die dan al geen relatie hebben opgebouwd, voelen zich vervreemd.”
Over het geslacht van haar hoofdpersonage twijfelde ze aanvankelijk. “Ik veronderstelde dat schrijven vanuit een mannelijk standpunt moeilijk zou zijn, maar uiteindelijk is het thema van de eenzaamheid en van het vinden van de andere, voor iedereen even complex. Sommige mannen die het boek lazen, meenden er bepaalde trekken van zichzelf in terug te vinden. Dat doet me plezier, want ik wilde een herkenbaar boek schrijven.”
Guido Eekhaut