Met Ilja naar Genua

Met Ilja naar Genua

28 augustus 2023

Een lees- en reisverslag van Pieter Pyck

België - september 2020

Ik zit alleen thuis, samen met de rest van de wereld. Mijn diploma-uitreiking vond twee weken geleden plaats in een Zoom meeting. Nu is het de bedoeling een job te vinden. Elke dag wandel ik naar het park. Op regendagen met een paraplu. Op zonnige dagen met La Superba onder de arm.

Op die dagen zet ik me op een nazomers warm bankje. Daar pikt Ilja Leonard Pfeijffer me op. Ik volg hem naar Genua waar hij me door de kleine straatjes gidst en vertelt over de mensen die er wonen, de liefdes die hij er had en de avonden in een hoekje van Piazza del Erbe, waar de tijd enkel nog werd aangegeven door de lege glazen op de tafel. Langs zijn woorden kijk ik op en zie schoonheid in de chaos die Genua is, zo’n 1000 kilometer van mijn nazomers warme bank.

Superba

Italië - juli 2022

De treinen in Noord-Italië blijken onbetrouwbaar. Ze zijn bovendien niet verkoeld. Het linnen hemd plakt nat aan mijn rug. De trekkersrugzak laat er geen lucht door en begint te wegen. Dat ligt mede aan Brieven uit Genua: Pfeijffers klepper van 1075 gram die, ergens verborgen tussen andere, levensnoodzakelijkere bagage, mij doet afvragen waarom ik principieel weiger om een e-reader te kopen.

Twee lockdowns en enkele boeken geleden besloot ik van zodra het mogelijk zou zijn, Pfeijffers stad op te zoeken. Alleen; want twee jaar werken en het leven in een gezellig drukke cohousing deden me bij momenten snakken naar de opgelegde, solitaire periodes van de voorbije jaren.

Brieven uit genua

Genua is de eindbestemming van een reis met vele omwegen. Het begon met een trein naar Zuid-Duitsland waar Stephan Zweig met zijn De Wereld van Gisteren op magistrale wijze toonde hoe snel Europa veranderde doorheen het leven van één man. Bij mijn vertrek in Brussel, sprak Zweig nog over de schoonheid en grootsheid van Wenen in de jaren 1890. Nu, na enkele dagen in München, is hij een wereldoorlog en een tumultueus interbellum verder. Hij eindigt zijn boek met de aanloop naar een tweede wereldoorlog die ontkiemde op de plek waar ik nu, tachtig jaar later, mijn zorgeloze zomervakantie inzet. Bij het lezen van de laatste bladzijden rijd ik door de Alpen. Het uitzicht eist dat ik trager lees. Staren uit het raam vraagt tijd, maar die is er bij overvloed.

De trein arriveert. Het boek is uit. In Verona bezingen de krekels de hitte. Ik voel Pfeijffer naderen.

‘s Avonds op de Piazza Bra sla ik Brieven uit Genua open. Naast me rookt een vrouw een sigaret. Wanneer ik om vuur vraag, wilt ze weten wat ik lees. Het gesprek ontspint verder op een terras met levendige discussies over literatuur. Deze Parisienne overtroeft me ruimschoots met haar kennis en analyses. Ik luister aandachtig en gefascineerd.

Deze spontane ontmoeting blijkt geen uitzondering. Na me tactisch te plaatsen op de pleintjes van Como, Milaan en Turijn word ik telkens aangesproken door vreemden met liefde voor boeken. Het worden kortstondige reisgezellen die na enkele dagen weer hun eigen weg op gaan.

En dan is er Genua. Het is exact hoe het in Pfeijffers boeken wordt beschreven. De verborgen kroegen in smalle steegjes, de drukbezochte pleinen en de prostituees op de hoek. In mijn ontdekking van de stad, voel ik me gek genoeg vertrouwd en zelfs verbonden met de straten en de mensen. Pas later daagt het me dat de figuranten uit Brieven uit Genua hier ook effectief door de stad slenteren. De kleurrijk geklede dame die me een armbandje wil verkopen, werd enkele hoofstukken terug kort beschreven. Toegegeven, dat is ook de enige reden dat ik tien euro neerleg voor het prul. Zou ze weten dat er over haar in boeken werd geschreven?

Na het avondeten eindig ik op het terras van Caffè Letterario delle Erbe: Pfeijffers stamcafé waar hij veel van zijn werk schreef. Dit is het dan: met een glas rode wijn, verdiept in het boek dat werd geïnspireerd door de plek waar ik het lees. Nu en dan kijk ik op om te zien of de schrijver niet toevallig naast me aan tafel is komen zitten. Tot mijn totale verbazing zie ik enkele tafels verder een bekend gezicht. Nee, het is Ilja Leonard Pfeijffer niet. Wel zijn het oude vrienden van mijn familie. Moeder en zoon samen op reis. Het is jaren geleden dat ik hen zag.

Zonder aarzelen spreek ik hen aan en leg mijn Brieven uit Genua naast La Superba dat bij hen op tafel ligt. Ze zijn hier om exact dezelfde reden als ik. De begroetingen zijn uitzonderlijk hartelijk. Via de extase van het bizarre toeval, nog meer rode wijn en wederom de passie voor literatuur, loopt de avond uit tot diep in de nacht, totdat de tijd in ons hoekje op Piazza del Erbe enkel nog wordt aangegeven door de lege glazen op de tafel.

België – juli 2023

Wanneer je je vakantie laat leiden door literatuur, geef je een beetje van de controle weg. Niet enkel je reisbestemming maar ook de ontmoetingen onderweg kan je uit handen geven. Dan is het de schrijver die aan het stuur gaat zitten en jij die je laat meeslepen door de liefde van iemand, die je eigenlijk niet kent, voor een plek waar je nog nooit eerder was. Wat je afgeeft aan controle krijg je ruimschoots terug in verwondering. Een stad, een berg of een meer zien door de ogen van iemand die het de moeite vond om er een boek over te schrijven, is een onbetaalbare ervaring die iedereen toch minstens één keer zou moeten beleven.

Binnen enkele dagen spring ik op de trein naar Noord-Spanje, bijna honderd jaar nadat Ernest Hemmingway er de stierengevechten beschreef in zijn debuutroman The Sun Also Rises.

Fijne zomer.

- Pieter Pyck

The sun also rises