Duik mee in de fantasie van een Leuvense jeugdauteur

Duik mee in de fantasie van een Leuvense jeugdauteur

3 maart 2021

Over alles is al een boek geschreven. Behalve dan over het bikkelharde duel tussen appelflappen en oliebollen. Hier lees je hoe zo’n gek idee uitgroeide tot een volwaardig Leuvens kinderboek.

Twee rivaliserende bakkers, Frits Flaps en Bill Bolleboos, gaan elkaar te lijf met appelflappen en oliebollen. Al snel raakt het hele dorp betrokken in het food fight van de eeuw. Nee, ‘De appelflop’ (10+) is geen doorsnee kinderboek. Wel een lichtelijk absurd verhaal met kleurrijke personages, een snuifje chaos en veel suiker. Auteur Gerlinde De Bruycker (36) uit Heverlee neemt je in vijf stappen mee in haar verbeelding.

Stap 1. Kies een onderwerp dat je niet snel gaat vervelen

Gerlinde: “Ik liep al een hele tijd rond met het plan om iets rond appelflappen te doen. Geen idee waarom, ik lust niet eens appelflappen. (lacht) Maar het is toch een geweldig woord? Proef het zelf maar eens: appelflap. Dat zette mijn verbeelding in gang: ik zag zo’n gezellige bakker voor mij, met bolle buik en rode appelwangen. Een echte appelflappenbakker! Tijdens het schrijfproces heb ik mij geen moment verveeld, omdat ik het zo leuk vond om over zoetigheden en snoepende personages te schrijven. Kies dus een onderwerp dat je niet snel beu raakt, want een boek schrijven kost je onnoemelijk veel tijd.”

Stap 2. Zoek een eenvoudige pitch uit

Gerlinde: “Elk verhaal vertrekt vanuit een conflict dat opgelost moet worden. Dus begon ik verder na te denken: wat is de tegenhanger van zo’n lekkere, krokante appelflap? Een vettige, druiperige oliebol, natuurlijk. De basis van het boek was gelegd. Ik vind: hoe eenvoudiger je pitch, hoe beter. Je moet de inhoud van je boek, film, toneelstuk, ... eigenlijk in één zin kunnen samenvatten. De onzinkbare boot die tijdens zijn eerste overtocht zinkt – je kunt het zelf niet beter verzinnen.”

Stap 3. Organiseer een brainstorm op café

Gerlinde: “Ook al had ik een leuk idee, ik deed er niet zoveel mee. Ik had het al eens geopperd in mijn nabije omgeving, maar ik voelde dat ik nog een duwtje nodig had. Tijdens een caféavond met mijn Leuvense collega-schrijver Erwin Claes en onze Clavis-redacteur Rik Peters, gooide ik het terloops op tafel. ‘Appelflappen versus oliebollen, lijkt jullie dat wat?’ Er volgde een luidruchtige brainstorm waarin allerlei grappige dingen werden geroepen. De appelflappen werden gemaakt met de gigantische bakmachine Flapkrak 2000 (suggestie van Erwin) en je kon ze ook uit de muur halen met de Flappentapper (suggestie van Rik). Stilaan begon ik het verhaal voor mij te zien.”

Stap 4: Laat je verbeelding de vrije loop

Gerlinde: “Dat brengt me bij de belangrijkste stap: die van de fantasie! In je eigen boek kan je vollédig uit de bol gaan. Jij bent de baas, jij verzint het verhaal. Grijp die kans! Creëer een apart universum of verzin spannende wendingen waar je in het dagelijkse leven alleen maar van kan dromen. In mijn boek zijn de personages compleet over the top: Bill Bolleboos bakt zijn oliebollen in zijn eigen neusvet en zijn handlanger Tina Trucker gebruikt haar ‘zwieptieten’ als wapen. Waarom ook niet? Als ik zeg dat ik een boek heb geschreven, krijg ik altijd heel enthousiaste reacties. Boeken spreken nog altijd tot de verbeelding, ook in het digitale tijdperk. Veel mensen dromen ervan om ooit een boek te schrijven. Omdat je er je eigen wereld mee kunt boetseren, denk ik.”

Stap 5: Niet treuzelen, maar doen!

Gerlinde: “Ik heb tot nu toe twee jeugdboeken geschreven, bovenop mijn gewone job. Daaruit heb ik één ding geleerd: regelmatig schrijven is cruciaal om je fantasie aan de gang te houden. Je moet in het verhaal blijven zitten, anders lukt het niet. Een derde manuscript is bij mij in de schuif blijven liggen omdat ik er met te grote tussenpozen aan werkte. Schrijf elke dag een stukje en neem af en toe een week vrijaf om door te werken. Tijdens de finale van het schrijfproces sluit je je nog eens een week op, zonder internet. Je hebt dan extra veel focus nodig om alle verhaallijnen te doen samenkomen. Als je daar effectief in slaagt, is dat magisch. Het mooiste deel van het schrijfproces! De finale van ‘De appelflop’ heb ik op een verlaten appartement aan zee geschreven, in hartje winter. En voor mijn volgende boek wil ik een week in een abdij gaan logeren. Sluit jezelf op, voor even: het is de beste tip die ik een beginnend auteur kan geven.”

‘De appelflop’ is uitgegeven bij Clavis en richt zich op kinderen tussen 10-12 jaar. Meer informatie vind je op hier.

Het boek vond ook al zijn weg naar onze ambassadeur Inge.