Modern feel-good sprookje met donkerder randje
Kan je een naam hebben die uit vier voornamen bestaat? Zeker, de Franse auteur Jean-Paul Didierlaurent is ermee gezegend. En kan de cover van een boek je voorliefde voor oranje aanspreken? Eveneens. Tel je die beide bij elkaar op, dan kom je uit bij ‘Le liseur du 6h27’. (de Nederlandse vertaling ‘De voorlezer van 6:27’ mist helaas het geel en oranje van de Franse kaft). Als je nu opmerkt dat die dingen toch absoluut niet ter zake doen heb je gelijk, en ongelijk, want ook de al dan niet intrigerende combinatie van auteursnaam, titel en cover zetten aan tot lezen.
‘De voorlezer van 6:27’ start met het gegeven van een hoofdpersonage, een jongeman van wie we al gauw ontdekken dat hij een vrij eenzaam bestaan leidt in een Parijse voorstad, die de wat vreemde gewoonte heeft om ‘s ochtends tijdens de metrorit naar zijn werk lukrake uittrekksels uit boeken voor te lezen aan zijn medereizigers. We komen te weten dat die pagina’s ‘overlevenden’ zijn, pagina’s die hij gered heeft uit de gigantische papierversnipperaar op zijn werk, een machine die loten afgevoerde boeken verwerkt. De combinatie van de meedogenloze machine – er wordt even gesuggereerd dat ze een soort kwaadaardig bewustzijn heeft – en een paar hardvochtige collega’s en oversten creëert een wat donkere, grimmige sfeer aan het begin van het boek. Maar gaandeweg trekt Didierlaurent alle registers open van wat uiteindelijk een warmhartige fantasie wordt. De plot daarvan verraden zou zonde zijn voor wie het boek graag wil lezen, maar hier zijn alvast wat ingrediënten die er deel van uitmaken: de kunst van het praten met een goudvis en van het praten in alexandrijnen, de liefde voor boeken, een literair aangelegde toiletdame, de zoektocht naar een vrouw en de zoektocht naar een stel benen (nee, niet de benen van de vrouw).
‘De voorlezer van 6:27’ is een dun boekje, maar blijft door zijn zachte humor, lichte spot en fijn nagevoel net zo goed hangen als een imposante klepper van 700 pagina’s dat kan.
‘De voorlezer van 6:27’ start met het gegeven van een hoofdpersonage, een jongeman van wie we al gauw ontdekken dat hij een vrij eenzaam bestaan leidt in een Parijse voorstad, die de wat vreemde gewoonte heeft om ‘s ochtends tijdens de metrorit naar zijn werk lukrake uittrekksels uit boeken voor te lezen aan zijn medereizigers. We komen te weten dat die pagina’s ‘overlevenden’ zijn, pagina’s die hij gered heeft uit de gigantische papierversnipperaar op zijn werk, een machine die loten afgevoerde boeken verwerkt. De combinatie van de meedogenloze machine – er wordt even gesuggereerd dat ze een soort kwaadaardig bewustzijn heeft – en een paar hardvochtige collega’s en oversten creëert een wat donkere, grimmige sfeer aan het begin van het boek. Maar gaandeweg trekt Didierlaurent alle registers open van wat uiteindelijk een warmhartige fantasie wordt. De plot daarvan verraden zou zonde zijn voor wie het boek graag wil lezen, maar hier zijn alvast wat ingrediënten die er deel van uitmaken: de kunst van het praten met een goudvis en van het praten in alexandrijnen, de liefde voor boeken, een literair aangelegde toiletdame, de zoektocht naar een vrouw en de zoektocht naar een stel benen (nee, niet de benen van de vrouw).
‘De voorlezer van 6:27’ is een dun boekje, maar blijft door zijn zachte humor, lichte spot en fijn nagevoel net zo goed hangen als een imposante klepper van 700 pagina’s dat kan.
Synopsis
In de trein van 6:27 leest een jongeman elke morgen voor uit de vellen papier die hij gered heeft uit een papierversnipperaar.